Brazilië juicht niet voor Neymar

Alles lijkt klaar voor het WK, maar niet alle Brazilianen zullen voor de nationale ploeg juichen. Dat is begrijpelijk gezien de schrijnende tegenstelling in het land van de samba. De regering pompt gigantische bedragen in het mondiaal voetbalfeest maar laat de eigen bevolking in de kou staan. De Braziliaanse popster Edu Krieger heeft er een prachtig protestlied aan gewijd.

Schrijnend contrast

Ondanks dat de economie in het land van de ‘gele kanaries’ groeit als kool, is de kwaliteit van veel voorzieningen zwaar onder de maat. De gebrekkige kwaliteit van het onderwijssysteem, de gezondheidszorg en het openbaar vervoer zorgt allemaal voor veel frustraties. Het is voor de gemiddelde Braziliaan daarom onverklaarbaar dat de regering wél in extreem dure voetbalstadions investeert.

Bandieten regeren het land

Krieger verwoordt het mooi in zijn lied ‘Desculpe, Neymar’: “Het spijt me Neymar, maar dit WK juich ik niet voor jou. We hebben mooie stadions, maar onze scholen en ziekenhuizen staan op instorten. Ik heb er genoeg van om onze bevolking te zien wegkwijnen op tv, terwijl de Fifa de baas is in Brazilië. Bandieten regeren ons land en spelen een vies spel om te winnen. Het spijt me Neymar, maar ik moedig je niet aan.”

Geldwolven zonder moraal

Een wereldkampioenschap voetbal lijkt misschien goed voor een land, maar het is slechts een minuscuul klein deel van de bevolking die er van profiteert. De wereldvoetbalbond heerst niet alleen in de stadions zelf, maar in de hele omgeving gelden de wetten van de Fifa. Dat geeft ‘locals’ niet de mogelijkheid om rondom de voetbalarena’s handel te drijven. Dat is louter het domein van de Fifa geldwolven die elke real meepikken.

Onvoorwaardelijke liefde

“De beloofde lente is nooit gekomen. Het leven is veel meer waard dan een doelpunt. Waar blijven de verbeteringen? Het spijt me Scolari (bondscoach van Brazilië), ons land floreert niet.” Krieger sluit uit af met een woord aan de supporters: “Ik weet dat u die weinig verdient en in armoede leeft onze ploeg zal steunen tot de finale, ondanks dat u geen geld heeft voor een kaartje. Daar zal mijn bescheiden mening niets aan afdoen. Uw liefde voor het nationale team zal nooit verdwijnen, ik weet het, u heeft gelijk.”

Delen